Overzicht cyclus
Standaarden bepalen
De cyclus start met het bepalen van standaarden. De standaarden beschrijven wat de instellingen in de netwerken verstaan onder goede kwaliteit van forensische zorg. De standaarden worden ingedeeld onder een aantal domeinen en bieden de aanleiding voor het gesprek en het leren van elkaar in het kwaliteitsnetwerk. Deze domeinen en standaarden worden per kwaliteitsnetwerk geformuleerd.
Naast de standaarden is er ieder jaar een aanvullend thema waarop wordt doorgevraagd. Een thema is een onderwerp dat in het veld speelt waar nog geen standaard over geformuleerd is. De informatie die hierover verkregen wordt, kan eventueel input vormen voor het ontwikkelen van nieuwe standaarden.
Zelfreview
Op basis van de opgestelde standaarden, vullen alle instellingen de zelfreview in. De zelfreview omvat het intern gezamenlijk beschrijven hoe de instelling scoort op de standaarden. De score geeft aan in hoeverre de instelling zelf vindt dat er al voldaan wordt aan de standaard. Bij iedere standaard geeft de instelling een toelichting bij de score en een omschrijving van hoe er invulling wordt gegeven aan de standaard in de praktijk.
Reviewdag
Op de reviewdag komt een reviewteam een dag langs bij de instelling en gaan zij in verschillende gespreksrondes met verschillende disciplines (inclusief cliënten) in gesprek. Het reviewteam bestaat uit vier tot zes mensen met verschillende functies vanuit verschillende instellingen en de projectcoördinator van het EFP. Tijdens de reviewdag gaat het reviewteam in gesprek over de vraag ‘hoe doen jullie dat nu hier?’. In de gesprekken gaan de reviewers opzoek naar succesverhalen en goede voorbeelden en mogelijke uitdagingen en verbeterpunten. Het doel van de reviewdag is om aan het einde van de dag een set parels en oesters te formuleren en terug te koppelen.
Instellingsrapport
De projectcoördinator van het EFP stelt op basis van zijn/haar eigen aantekeningen én de aantekeningen van de reviewers het instellingsrapport op. Hierin staan de volgende onderdelen: samenvatting, parels, oesters en een uitwerking van de standaarden en het thema op basis van de zelfreview en de reviewdag.
Landelijk rapport
Na afronding van de reviewdagen en de instellingsrapporten, wordt het landelijk rapport door het EFP opgesteld. Hierin wordt de stand van zaken van de deelnemende instellingen van het kwaliteitsnetwerk besproken; de sterke kanten en de uitdagingen. Het geeft de rode draad van de resultaten van de reviewdagen weer. In het landelijk rapport worden zoveel mogelijk tips en adviezen gekoppeld aan de uitdagingen en verbeterpunten. Daarnaast is er een lijst opgenomen van alle gevonden parels, voorzien van contactgegevens, zodat instellingen gemakkelijk contact met elkaar kunnen opnemen om meer te weten te komen over de parel. Doorgaans wordt ook een bestuurlijke reflectie op het landelijk rapport georganiseerd, waarbij op bestuurlijk en/of strategisch niveau gereflecteerd wordt op de uitkomsten en de methodiek.
Reflectie en actie
In de reflectie en actie fase wordt stilgestaan bij de lessons learned: wat is er geleerd ten opzichte van de vorige cyclus? Tijdens deze fase gaan de instellingscoördinatoren aan de slag met het instellingsrapport. Zij delen het rapport met collega’s in de instelling en bespreken het aan de hand van de volgende vragen: herkennen wij dit? Waar willen wij mee aan de slag? Wat halen wij hieruit? Welke ambitie hebben we, gezien onze doelgroep en context?
Landelijke dag
Als afsluiting van de cyclus vindt een feestelijke landelijke dag plaats. Het doel van de dag is leren van elkaar, inspiratie opdoen en eventueel gezamenlijk nieuwe oplossingen bedenken voor gedeelde uitdagingen.
De meest recente versie van de methodiekbeschrijving lees je hier.